Hoe kan je voorspellen welke instellingen je zal moeten instellen op je toestel, zonder dat je het licht meet met een lichtmeter?
Vooreerst: er is niets mis met het gebruik van een lichtmeter voor een lichtmeting, zoals we hierna zullen zien. Indien je een lichtmeter kan gebruiken, doe het dan zeker. Maar het is perfect mogelijk om op basis van een goede visuele waarneming van het licht op je te fotograferen onderwerp de aanwijzingen van je lichtmeter correct te voorspellen. Een lichtmeter doet namelijk niets anders dan op een wetenschappelijk-technische manier de intensiteit van het licht om te zetten in een corresponderend diafragma en sluitertijd bij een gekozen ISO-waarde. Op basis waarvan die dat doet, lichten we hierna toe.
De sunny f/16-regel voor lichtmeting van continu licht (daglicht – zonlicht)
De f/16 regel geldt alleen voor buitenopnamen bij daglicht (zowel voor zon, wolken, regen, …). Binnen werk je met kunstlicht (of flitslicht), dus daar geldt deze regel niet (je kan het hoogstens gebruiken als richtlijn voor een beeld dat je vlak tegen een raam maakt, gebruikmakende van invallend (zon)licht). De sunny f/16-regel geldt ook niet als je met flitslicht werkt: dan kan je deze vorm van lichtmeting niet toepassen.
De sunny f/16-regel is een methode om zonder lichtmeter toch altijd een juist belicht beeld te maken in een buitensituatie.
De sunny f/16 rule zegt het volgende:
Op een zonnige dag in de zomer, zonder bewolking, rond de middag (10-14h), zal je onderwerp correct belicht zijn als je onderwerp vol in de zon staat en je je diafragma op f/16 instelt bij een sluitertijd die dezelfde waarde heeft als je ISO-getal.
Bijvoorbeeld:
Op een zonnige dag fotografeer je een person met een diafragma van f/16 met een sluitertijd van 1/100, als je werkt op ISO 100. De persoon staat met zijn/haar gezicht naar de zon gekeerd (of de fotograaf heeft de zon in de rug). Wanneer je dat doet zal je persoon correct belicht zijn. De huidtint zal automatisch in zone VI zitten.
Werk je echter op ISO 200, dan stel je je sluitertijd op 1/200 in. Dat is logisch, want je ISO opdrijven van 100 naar 200 maakt je sensor dubbel zo gevoelig, waardoor je je sluitertijd moet halveren. Je uiteindelijke belichting blijft daardoor hetzelfde, voor zover je diafragma hetzelfde blijft.
Wil je werken met een sluitertijd van 1/400, dan wordt je ISO ook 400 (bij f/16).
Lichtmeting met sunny f/16: richtlijn
We maken hier wel onmiddellijk de bedenking dat de sunny f/16 – hoewel ze vrij accuraat is – altijd een richtlijn blijft, waar je je lichtmeting met je camera mee kan vergelijken om na te gaan of de ordegrootte van je lichtmeter dezelfde is als wat jij dankt dat het moet zijn. Het goed begrijpen van de f/16 regel en het correct gebruiken ervan is een groot voordeel voor elke (reportage)fotograaf. Je moet dan namelijk niet noodzakelijk altijd het licht meten door de zoeker voordat je een beeld gaat maken. Je kan ongemerkt je camera instellen (zodat niemand door heeft dat je een beeld gaat maken), om daarna snel het beeld te maken.
De eerste keer dat ik in aanraking kwam met de sunny f/16 regel was tijdens mijn stage op de fotoredactie van de krant “Die Burger” in Kaapstad. Elk jaar, in de lente, komen walvissen naar de kust om er te paren en te kalven. De aankomst van de eerste walvis (doorgaans voor de kust van Hermanus, zo’n 2 uur rijden uit Kaapstad) haalt altijd de voorpagina.
De fotoredacteur gaf me de opdracht om er een beeld van te maken. Omdat de afstand tussen de kustlijn en de walvissen te groot was om te fotograferen met een 50mm of zelfs 200mm objectief (de walvissen zouden nauwelijks zichtbaar zijn), vertrouwde hij me een Nikon 500mm met vast diafragma (f/8) toe.
Nikon Reflex-NIKKOR 500mm f/8, een 500mm objectief met vast brandpuntsafstand en vast diafragma. Het bestaat voornamelijk uit spiegels (zoals de grootste telescopen) en is daardoor licht. Door het gebruik van spiegels vertoont het geen chromatische aberratie. Dit objectief wordt niet meer gemaakt.
(foto: https://www.nikon.be/nl_BE/product/discontinued/nikkor-lenses/2006/500mm-f-8-reflex-nikkor?ID=424#overview)
De fotoredacteur gaf me een paar rolletjes film met een ISO van 100 en kwam met volgend advies:
Stel je sluitertijd in op 1/400 indien de zon zo blijft schijnen. Als het bewolkt wordt, werk dan op 1/100, maar gebruik dan zeker een statief.
Ik vroeg hem hoe hij nu al kon weten welke belichting ik 150km verder zou moeten gebruiken, zonder dat hij ter plaatse een lichtmeting had uitgevoerd. Het antwoord was eenvoudigweg: de sunny f/16 regel.
Hij hield daarbij rekening met de 500mm brandpuntsafstand, door me te laten werken met een sluitertijd die ongeveer overeenkwam met de brandpuntsafstand (1/400). De sunny f/16 regel zegt dan dat je een juiste belichting krijgen als je diafragma instelt op f/16 bij een sluitertijd (1/400) en ISO (400) die gelijk zijn aan mekaar. Omdat ik op f/8 ging fotograferen (het 500mm objectief bood geen andere mogelijkheid dan te fotograferen op f/8) en niet op f/16, moest ik compenseren voor die 2 stops extra licht. Dus in plaats van een film met hoge lichtgevoeligheid van ISO 400, gaaf hij me een film mee die 2 stops minder gevoelig was (ISO 100). Dat compenseerde voor het gebruik van f/8 in plaats van f/16.
Er was een goede reden waarom hij me die instellingen zo meegaf: zo was hij zeker dat de belichting juist ging zijn, zeker bij zonnig weer. Omdat de zon veel reflecteert op het wateroppervlak, kan je lichtmeter daardoor het noorden kwijtraken. Je lichtmeter zal willen compenseren door je een sluitertijd of diafragma te suggereren dat sneller of kleiner is dan nodig is. Daardoor zal je beeld onderbelicht zijn. De sunny f/16 regel heeft daar geen last van, omdat het geen rekening houdt met reflecties, schaduwen, heldere of donkere partijen in je beeld.
Andere weertypes
Uiteraard is het niet altijd zonnig weer (zelfs niet in België). In ons land krijgen we al eens met bewolkte dagen te maken, of met regenweer. Geldt dan de lichtmeting met sunny f/16-regel nog altijd, of wordt dat type lichtmeting onbruikbaar?
Of beter nog, stel dat het zonnig is maar de persoon die je wil fotograferen staat met zijn/haar gezicht in de schaduw. Of je wil de persoon in tegenlicht fotograferen? Het beeld hieronder geeft je een mogelijk antwoord op die vragen:
Foto: https://www.slrlounge.com/photography-essentials-the-sunny-16-rule/
Vertrekkende van de f/16-regel (die uitgaat van zonnig weer) kan je berekenen of herrekenen welke belichting je zou nodig hebben bij andere lichtomstandigheden, vertrekkende van f/16 bij een zonnige dag.
In onderstaande tabel zie je het diafragma dat je moet instellen bij een een zekere lichtsituatie. Men gaat daarbij uit van een sluitertijd die gelijk is aan de ingestelde ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO 100, 1/100). Wat interessant is aan onderstaande tabel is dat voor een zeker diafragma de aard van de schaduwrand (scherp, zacht, geen) er uit zal zien. Met andere woorden, aan de hand van de schaduwrand kan je het diafragma voorspellen dat je moet gebruiken bij een ISO en sluitertijd dat dezelfde is.
Diafragma | Type belichting |
f/22 | Sneeuw of zand |
f/16 | Zon – duidelijke schaduwrand |
f/11 | Licht bewolkt – zachte schaduwrand |
f/8 | Bewolkt – (bijna) geen schaduw |
f/5.6 | Zwaar bewolkt – geen schaduw |
f/4 | Schaduw/zonsondergang – geen schaduw |
Dat is logisch. Bij rechtstreekse zon heb je een puntbron als lichtbron. Puntbronnen geven altijd duidelijke schaduwranden. Op een licht bewolkte dag zie je nog schaduwranden, maar die zijn diffuser of zachter. Dat kan kloppen, want dat is het effect dat je krijgt van een softbox. Het wolkendek werkt namelijk als een grote softbox. Maar het houdt tegelijkertijd een deel van het licht tegen: het licht zal minder intens zijn.
Bij sneeuw of zand krijg je extra licht in je beeld (zeker in portretten) door de reflectie van de zon op de sneeuw of het zand. Dit is dan een extra lichtbron (zie het als een groot reflectiescherm), waardoor deze als een extra lichtbron zullen reageren en ongeveer 1 stop extra licht toevoegen.
Je kan de tabel ook als volgt voorstellen (voor ISO 100):
Tabel: http://forum.mflenses.com/f16-rule-extended-t23748,start,15.html
Hierboven zie je duidelijk dat het diafragma aangepast wordt naarmate de lichtsterkte afneemt. Elke nieuwe situatie is 1 stop minder licht dan de voorgaande (vertrekkende van boven naar onder). Merk ook hier weer op dat er 1 stop extra licht zit in een zonnige situatie ter hoogte van water (of sneeuw, wit zand, …).
Merk op dat ASA (American Standardisation Association) de oude standaard is voor de filmgevoeligheid van een filmrolletje. Tegenwoordig spreken we van ISO (International Organisation for Standardisation). De Duitsers hadden het vroeger over DIN (Deutsche Industrie Norm).
Lichtmeting in de praktijk
Vroeger kon je de lichtmeting volgens sunny f/16-regel op de verpakking van filmrolletjes terugvinden. Onderstaande afbeelding illustreert dit voor een Fuji Provia 100F (ISO 100). We stellen vast dat
- Het een film betreft met ISO 100 als gevoeligheid.
- De daylight exposure guide opgegeven wordt voor 1/250ste van een seconde.
Klopt dit dan wel moet de sunny f/16-regel? Of heeft Fuji het hier fout?
Het antwoord is: neen, Fuji heeft het niet fout. Kijk goed naar de bijhorende tekeningen. Fuji raadt f/11 aan bij zonnig weer. Logisch, als je weet dat het f/16 zou moeten zijn bij ISO 100, 1/100. Maar de film heeft een gevoeligheid van ISO 1/250, wat ongeveer 1 stop minder gevoelig is dan ISO 100. Daarom moet je ook 1 stop meer diafragmeren (van f/16 naar f/11).
Foto: https://www.markushartel.com/tutorials/basics/sunny-16-rule.html
Merk ook op dat fabrikanten hun films graag gevoeliger voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn. Met deze informatie zou je moeten kunnen inzien dat de informatie die op het doosje van Fuji wel klopt.
Besluit:
De lichtmeting volgens de f/16 regel blijft een eenvoudige en snelle manier om de juiste belichting te verspollen en kan je als richtlijn gebruiken om je camera in te stellen, zonder licht te meten. Ik gebruik het buiten vaak, al was het maar om te controleren of ik het nog altijd kan. 🙂
Jürgen Doom is freelance fotograaf met specialisatie in bedrijfsfotografie (portret, architectuur, bouw). Voor een portfolio, zie www.jurgendoom.be.