Moet ik nu meedelijden hebben of moet ik het schitterend vinden?
Hij is – laat dat duidelijk zijn – een talent. Amper 18, komende uit een ver land, heeft hij België tot zijn thuis gemaakt en er leren fotograferen. Hij is een fotoblog begonnen die op pakweg een jaar tijd 250.000 “hits” gehad heeft. Faut le faire! Schitterend.
En toch …. ik heb soms wat meedelijden met hem. 18 is nog jong en op de die leeftijd laat je je nogal eens beïnvloeden door wat anderen zeggen, zij het mensen van een krantenredactie, een persagentschap of – jawel – zelfs een blogger. Als ik zijn blogs lees en zie hoe belangrijk hij de commentaar van sommigen vindt, dan heb ik wat meedelijden met hem.
Soms denk ik bij mezelf “laat ze maar schrijven en doe toch gewoon je ding” of “trek je niet aan van wat ze zeggen of van wat je denkt dat zij goed zouden kunnen vinden”. Je hebt talent genoeg, je hebt wilskracht genoeg, je hebt je jeugdige energie – ga er gewoon voor ….
Bovendien is ook het medium waarvoor zijn werk ogenschijnlijk geschikt is – een krant – nu jammer genoeg een opdrachtgever die zo verdomd weinig geld over heeft voor fotografie, dat ik geneigd ben – maar ik doe het niet – om hem bijna af te raden zich daarop te concentreren.
Anderzijds ben ik er mij ook heel goed van bewust dat diegenen die iets in hun hoofdje halen en die er 110% voor gaan er ook zullen geraken – en daarvoor zullen vergoed worden. Waarmee mijn hele vorige redenering een beetje op de hellling gezet wordt.
Ik schrijf dit berichtje omdat ik me – vroeger, in mijn beginjaren als fotograaf – ook zag werken voor een krant. ‘t Is te zeggen, ik heb nog in Zuid-Afrika voor een krant gewerkt en in België verschijnt er nu en dan ook eens een foto van mij in een krant. Het fantastische aan dat medium is de snelheid van publicatie en het feit dat je altijd met “nieuws” bezig bent. Je “maakt” eigenlijk zelf een beetje het nieuws.
Maar al gauw volgde de desillusie. De tarieven die kranten betalen voor gepubliceerde foto’s (de niet gepubliceerde foto’s worden niet vergoed) zijn zodanig laag dat a. een poetsvrouw veel meer verdient per uur en b. dat je er eigenlijk niet van kan leven. Tenzij je misschien Stephan Vanfleteren heet …. en dan nog. Ik zou zijn uurloon niet willen krijgen …
Niet dat geld alles is, integendeel! Fotografie doe je met hart en ziel – of je doet het niet. Het is een passie, een microbe die onder je huid kruipt en die je niet loslaat.
Maar dat wil niet zeggen dat je daarvoor voor een hongerloontje moet werken. Ooit al eens de prijzen van professionele digitale camera’s bekeken, van lenzen, …? Wat van de snelle computers, de software, de hardware die erbij komt kijken. En, iets wat veel vergeten wordt, de continue bijscholing op conferenties, seminaries, cursussen en via … jawel … blogs bijvoorbeeld…
Als 18 jarige – of als pas afgestudeerde – kan je misschien nog even voor een appel en een ei gaan werken, maar eens er een gezing, kinderen, een huis bij komt kijken dan ga je toch even anders in het leven staan. Er zijn nu eenmaal economische noodzakelijkheden waar je moet aan tegemoet komen.
Niettemin denk ik dat hij het ver gaat schoppen, hij heeft alvast mijn steun en vertrouwen. Want ik vind het schitterend wat hij nu al doet.
Meedelijden had ik ook met deze kinderen, gefotograafeerd in Genadendal (Zuid-Afrika). Dit beeld is voor mij een beetje een ikoon van de Zuid-Afrikaanse jeugd (toch wanneer ik in een negatieve bui ben). Ze zijn relatief “speachless” – sprakeloos. Hun stem telt eigenlijk niet … daar in dat godvergeten dorpje in de Kleine Karoo. ‘t Is er bijna een hondenleven … en speciaal om die 18-jarige te eren heb ik een foto met twee hondjes erin geblogd.
Jürgen, een mooi artikel! Zelf ligt mijn hart nog steeds bij het fotojournalistieke/documentaie genre. Ik heb tijdens mijn jaren aan de academie vrijwel niets anders gefotografeerd. Helaas kan je van zo’n genre niet leven of het is slechts weinigen gegund. Ik zou dat genre enkel kunnen blijven doen mits zelf te investeren in projecten maar daarmee heb je geen garantie dat er ook brood op de plank komt zoals je zelf ook al aanhaalt in je tekst. Voor 20 of 25 euro per gepubliceerde foto zoals sommige kranten betalen, bedank ik ook voor. Je moet realistisch blijven. Naar mijn documentairereeks over Tsjernobyl dat ik als eindwerk had gemaakt was geen enkele redactie (tijdschriften/kranten) geïnteresseerd, ondanks mijn vele contacten die ik hiervoor gemaakt heb…
Een fijn artikel Jürgen… ik heb me ook al die bedenking gemaakt wanneer ik zijn blog bezoek. Inderdaad wat er met die jongen gebeurt is niet zo goed, hopelijk zal zijn – terechte – succes hem niet teveel hinderen in zijn ontwikkeling naar een eigen stijl. Ik hoop dat als hij fotografie gaat studeren zijn leraren hem daarop wijzen en hem behoeden om zich te laten beïnvloeden. We houden hem in ‘t oog! In elk geval acht ik me gelukkig dat ik niet van mijn fotografie hoef te leven, en enkel die projecten kan aannemen die met boeien…
Wat is de link van zijn blog ?
@ Serge, over de tarieven van de kranten heb je gelijk, dat is eigenlijk veredeld vrijwilligerswerk.
@ MJ, ik ga later nog iets schrijven over fotografie studeren en de (negatieve)) invloed ervan op je eigen werk
@ aridilon, probeer eens bij http://arturian.wordpress.com/
Dag Jürgen, ik begrijp wel wat je bedoeld en kijk uit naar dat artikel.
Tijdens een opleiding zijn er (dat was toch zo in de jaren 70 in Sint-Lukas Brussel) kon je door “praktijklessen” ervaring opdoen van hoe je je moet opstellen (assertief versus defensief) enz tov de “klant”. Wij hadden erg veel vrijheid en werden erg gesteund in het ontwikkelen van een eigen stijl al werd je natuurlijk wel beïnvloed, dat is zeker.
Ik heb inderdaad ook wel de indruk dat het nu enigszins anders is, ik bezoek veel tentoonstellingen ook van afgestudeerde fotografiestudenten en… de oogst is vaak erg pover, al zie ik soms ook schitterend werk.
Het is toch wel mooi om te zien hoe passioneel jonge mensen bezig zijn met fotografie.
Zelfs op een academie wordt de persoonlijke smaak van leraars te sterk door gedreven. Gewoon je eigen ding blijven doen en zelf kritisch blijven is de boodschap.